Vergroten/verkleinen
Cliƫnt en Cicero zorggroep medewerker

Welzijncoaches

Wellicht heb je je hoofd al eens omgedraaid toen je een van hen voorbij zag komen. Soms bepakt met gitaar en muziekklapper, soms met vingerpoppetjes of verschillende foto’s. En je ziet er tegenwoordig ook steeds meer! Maar wie zijn toch die mensen en wat doen ze? Het zijn de welzijnscoaches! In dit artikel kom je meer over hen en hun werkzaamheden te weten!

Sinds het najaar van 2017 zijn Janine Verheggen en Yves Vanderbooren werkzaam als welzijnscoach bij Cicero Zorggroep.

De primaire taak van de welzijnscoach is de individuele wensen en behoeftes op het gebied van daginvulling van de cliënt achterhalen. Dat lijkt niet zo moeilijk want dat kun je toch gewoon vragen? Maar sommige cliënten kunnen zich lastig verbaal uiten over watzij graag zouden willen. Wanneer de medewerker welzijn en zorgmedewerkers niet meer achter die specifieke wensen en behoeften konden komen, bleven die wensen en behoeftes tot voor kort onbeantwoord. Daardoor was de daginvulling van die cliënt dan niet meer adequaat. Om toch aan die wensen en behoeftes op het gebied van welzijn te kunnen voldoen richtte Cicero een nieuwe functie in: de welzijnscoach. Deze functienaam heeft in de zorgsector diverse betekenissen, maar de manier waarop de functie bij Cicero wordt uitgevoerd is uniek! 

Toen Janine en Yves in 2017 startten, ging het om een pilot van een jaar onder begeleiding van productmanager welzijn Lianne Peeters. Bij aanvang van die pilotfase hebben Janine en Yves eerst een plan ontwikkeld met daarin de beschrijving van werkwijze en methodiek om hun werkzaamheden vorm te kunnen geven.

Vanuit hun achtergrond (beide zijn in 2016 afgestudeerd als vaktherapeut aan Zuyd Hogeschool te Heerlen) hebben Janine, vanuit muziektherapie en Yves, vanuit dramatherapie, een methodiek ontwikkeld die hen én de cliënt helpt om wensen en behoeftes in kaart te brengen. Zo wordt er vanuit muziek gebruik gemaakt van bestaande liederen, improvisatie, klank, ritme, etc. Vanuit drama wordt er onder andere gebruik gemaakt van verhalen, reminiscentie (oproepen van herinneringen aan verwerkte ervaringen), visuele prikkeling en poppenspel.

Hoe werkt het?
De zorgmanager kan een aanvraag indienen, al dan niet op aandragen van bijvoorbeeld een medewerker welzijn. Hierop start een reeks contactmomenten van de welzijnscoach met de cliënt. In deze contactmomenten worden werkvormen uit de hierboven vermelde methodiek toegepast om de wensen en behoeftes  te achterhalen. Wanneer de wensen en behoeftes zijn achterhaald wordt er een ‘passend aanbod’ gemaakt met daarin wat deze cliënt graag zou willen doen en wat zijn of haar behoeftes zijn. In dit aanbod wordt uitgelegd hoe de medewerker welzijn en zorgmedewerkers hiermee aan de slag kunnen. Stap voor stap is Cicero Zorggroep bekend geworden met het fenomeen 'welzijnscoach' en langzamerhand komen steeds meer cliënten in aanraking met die welzijnscoach. Yves Vanderbooren vertelt over een van zijn ervaringen: “Het mooie van dit werk is dat je sámen met de cliënt op zoektocht mag. Vaak kom je dan bijzondere dingen te weten over die cliënt en kan een cliënt jou ontzettend verrassen. Zo heb ik gewerkt met een cliënt die diende bij het regiment Stoottroepen en nog bomvol verhalen zat die hij ontzettend goed kon vertellen. Toen ik liet zien dat hij op een website stond met foto’s van die tijd, viel zijn mond open van verbazing.”


In de praktijk

JANINE: “Ik had een cliënte die veelal in haar eigen belevingswereld verkeerde en nauwelijks contact maakte. Destijds raakte deze mevrouw snel overprikkeld waardoor ze veel op haar kamer verbleef. Mevrouw contactmomenten. Hier zat mevrouw meestal met de ogen gesloten, reageerde niet op toespreken of aanraking. Daarom startte ik met muziek, een wellicht herkenbaar lied, afgestemd op de cliënt, rustig, zacht en ingetogen gespeeld. Ik kreeg echter geen reactie…


Vervolgens zette ik ‘fysiek ritme ervaren’ en ‘fysieke beweging’ in, in combinatie met een enkele melodielijn; dus fysieke prikkels in combinatie met een auditieve prikkel. Hierdoor vergrootte de belevingswereld wel: mevrouw maakte oogcontact, zong delen mee en nam af en toe de leiding in de beweging. Hierna ging ik naast mevrouw zitten en legde mijn hand op haar rug. Ik stelde korte duidelijke vragen en wachtte. Dat duurde ongeveer 10 seconden, maar uiteindelijk antwoordde mevrouw.

Ik: “Hoe gaat het met u?”
Mevrouw: “Nou, niet zo goed.”
Ik: “Wat doet u graag?”
Mevrouw: “Ik doe niet veel.”
Ik: “Wat zou u graag willen doen?”
Mevrouw: “Behang plakken.”

Op deze manier hebben diverse contactmomenten plaatsgevonden, waarbij de wensen en behoeftes van deze mevrouw achterhaald zijn. Als passend aanbod wordt er met/voor mevrouw gezongen en hierbij wordt een fysieke prikkel geboden. Hierdoor vergroot haar belevingswereld en kan er contact met haar ontstaan. Ook wordt dit gegeven ingezet tijdens zorgmomenten en tijdens eetmomenten. Tijdens het verbale contact gaf mevrouw aan graag iets met ‘behangplak’ te doen. Wellicht duidt dit op de peuter-/kleuterknutselwerkjes die zij vroeger tijdens haar werk met peuters en kleuters heeft uitgevoerd. Zo wordt er nu bijvoorbeeld met mevrouw samen getekend en houten legpuzzels gelegd.”

Uitbreiding
Eind 2018 is de functie positief geëvalueerd met als resultaat dat de pilotfase werd beëindigd en de functie 'definitief' werd. Bovendien werd er door de succesvolle inzet van de welzijnscoach ook gezocht naar uitbreiding.

Vanwege het specifieke profiel was het niet gemakkelijk om nieuwe collega's te werven. Maar inmiddels is het team aangevuld met de nieuwe collega’s Jimmie van der Waa en Neeltje Prick. In oktober start Anne van der Kop, een welzijnscoach met de achtergrond dans en beweging. Doordat er nu vier (en binnenkort vijf) welzijnscoaches werken bij Cicero is er een structurelere inzet mogelijk bij de locaties. Per locatie zijn twee vaste welzijnscoaches werkzaam, zó dat er een coach met de achtergrond drama en een met achtergrond muziek is. Dit zorgt voor herkenbaarheid en meer verbinding met de andere medewerkers, waardoor er effectiever gewerkt kan worden. De welzijnscoach met de achtergrond dans en beweging zal op alle locaties werkzaam zijn.

Observaties
Sinds kort doet de welzijnscoach ook observaties naar het welzijn van cliënten. Zo’n observatie vindt plaats op één afdeling gedurende een dagdeel. De observaties zijn in het leven geroepen omdat er in de praktijk vaak alleen hulp voor complexe casussen werd aangevraagd. Maar cliënten die onderprikkeld zijn of passief gedrag vertonen, leken minder snel aangemeld te worden. De welzijnscoach kijkt tijdens de observaties naar het welzijn van álle cliënten op de desbetreffende afdeling. Er wordt naar gestreefd om elke cliënt te zien en zo kan er waar mogelijk een passend aanbod op het gebied van wensen en behoeften gerealiseerd worden. Op de psychogeriatrische en somatische afdelingen vinden de observaties vaak in de huiskamer plaats, omdat hier de meeste cliënten aanwezig zijn. In verzorgingsafdelingen vindt de observatie vaak bij de cliënt op de kamer plaats. Deze observaties zijn participerend. Dit betekent dat er niet alleen geobserveerd wordt, maar dat er ook contact is. Van de observatie wordt een rapportage geschreven en deze wordt gedeeld met zorgmanager, de verantwoordelijke welzijn en de locatiemanager. In de observatie vallen sommige cliënten op doordat ze passief zijn en vaak alleen zitten waarschijnlijk door gebrek aan daginvulling. Met hen heeft de welzijnscoach dan een éénmalig contactmoment waarin geprobeerd wordt een zo breed mogelijk beeld te schetsen van de interesses, behoeftes en wensen, zodanig dat de afdeling daar ook wat mee kan doen. In sommige gevallen blijkt dat er toch wat meer contactmomenten nodig zijn.

Vindbaarheid
Tijdens de pilot kwamen de welzijnscoaches erachter dat hun rapportages en adviezen niet makkelijk vindbaar waren voor collega’s. Om die vindbaarheid te vergroten en een bijdrage te kunnen leveren aan borging, is in samenwerking met de functioneel applicatiebeheerders het ‘Formulier Welzijn’ ontwikkeld. Dit formulier is gericht op het in kaart brengen van wensen en behoeften van cliënten op het gebied van welzijn. Het grote voordeel van dit formulier is dat meerdere functies (zoals de medewerker welzijn en verantwoordelijke welzijn) in dit formulier werken.

Als de welzijnscoach betrokken is geweest bij een cliënt, zijn de bevindingen en de adviezen voor een passend aanbod van daginvulling ook terug te vinden in dit formulier.

Binnenkort draai je je hoofd wellicht weer eens om als een van hen voorbijkomt. Soms bepakt met gitaar en muziekklapper, soms met vingerpoppetjes of verschillende foto’s. Maar nu weet je wie die mensen zijn en wat ze doen: het zijn de welzijnscoaches!


In de praktijk

YVES: “In mijn werk maak ik vaak gebruik van visueel prikkelende afbeeldingen om zo reacties bij cliënten uit te lokken. Een afbeelding zorgt namelijk vaak voor meer reactie dan een vraag. Uit die reactie haal ik vervolgens input om wensen, behoeften en interesses in kaart te brengen. Dit gaat echter niet bij iedere cliënt. Zo was er mevrouw die helemaal niets zag in deze afbeeldingen; afbeeldingen van onder andere bloemen, een kerk en een huis zorgden niet voor reactie. Er was dus geen sprake van herkenning als nieuwe prikkel. Dit vroeg dus om een andere aanpak. Ik ben gaan voorlezen en op verzoek van de cliënt waren dit sprookjes en kinderverhalen.

Tijdens het voorlezen viel het mij steeds op dat mevrouw iedere keer haar ogen sloot. Ik vertelde dit tegen haar en vroeg waarom ze dat deed. Mevrouw gaf aan dit te doen zodat ze het verhaal voor zich zag en zo kon zij er meer van genieten. Om dit structureel in te kunnen blijven zetten heb ik samen met mevrouw gezocht naar passende luisterboeken. We kwamen uit bij de verhalen van Annie M.G. Schmidt. We startten met een luisterboek waarbij het verhaal werd ingesproken door een vrouwenstem met een vlot tempo.

De ogen van mevrouw bleven open, na een aantal minuten vroeg ik aan haar wat ze ervan vond: “Ik kan het helemaal niet volgen!” Omdat de cliënt wel de verhalen die ik voorlas kon volgen, ging ik kijken naar het verschil van mijn stem en de stem van het luisterboek. Ik praat, als man, langzaam met een lage, zachte stem, maar de vrouwenstem van het voorleesboek was snel en hoog. Hier bleek hier het cruciale verschil in te zitten. Bij het volgende contactmoment speelde ik het luisterboek ‘Otje’ af, voorgelezen door een man die met een diepe, langzame stem sprak. Mevrouw sloot de ogen en na het eerste hoofdstuk opende zij ze weer en zei met een glimlach: “Ik heb alles kunnen volgen!” Als passend aanbod zijn er luisterboeken op een USBstick gezet en deze worden regelmatig voor mevrouw afgespeeld door de medewerkers van de afdeling.”

Op de foto de welzijnscoaches v.l.n.r.: Jimmie van der Waa, Janine Verheggen, Yves Vanderbooren en Neeltje Prick

Uit de Cicerone van september 2019